’t Kopper

’t Kopper

De garde ’t Kopper bestaat uit leden die de hoogste onderscheiding van de Knunnekes hebben ontvangen: de hoesorde.

Een fraaie onderscheiding die geheel bij de status van deze garde past en die onderscheiding is bevestigd aan een prachtig diepblauw lint, waardoor de veelal op wat rijpere leeftijd verkerende leden er (nog) beter uitzien.
De naam ’t Kopper is afgeleid van de onderscheiding zelf die in prachtig koper is uitgevoerd, waardoor de onderscheiding bepaald geen
‘goedkope(re)’ indruk maakt. Het is overigens een garde die niet alleen geniet van het verleden. De doelstelling van deze carnavaleske formatie is om waar mogelijk steun te geven aan het werk van de Knunnekes en desgewenst met raad en daad de vereniging terzijde te staan.
Je moet het overigens- geheel volgens de carnavalstraditie- ook weer niet te zwaar zien, vandaar het credo ‘cum grano salis’ (met een tikkeltje zout).
Zo heeft ’t Kopper bijvoorbeeld de inmiddels al traditie geworden elfde van de elfde- viering om elf minuten over elf geïnitieerd, heeft de garde enkele ledendagen georganiseerd, adviseren de leden aankomende buutreedners enzovoort.
Dat alles heeft er ook toe geleid, dat de naam van de garde in de loop der jaren is uitgebreid met ‘NAG’ en dat staat dan voor Narren Academie Groenlo.

Wat erg hoog gegrepen denkt u?
De garde vindt van niet en wijst daarbij op de massale viering hier van het carnaval, waardoor Groenlo het carnavalscentrum van dit deel van Nederland is geworden en die eer en faam te behouden en uit te breiden, daarvoor zetten deze heren zich bijzonder graag in.

Leden:
Fried te Brake,  Herman Oosterholt, Harry Broshuis, Toon Heinsmann, Jos Porskamp, Cees van der Zant, Frans Kooiker, Martien Overkemping, Eddy Konings, Peter Konings, Rob Porskamp, Peter Gunnewijk