Prinsen- en Eregarde

Prinsen- en eregarde

De prinsen- en eregarde bestaat uit oud-prinsen en oud-adjudanten, alsmede uit voormalige bestuursleden, vorsten en leden van de raad van elf of andere geüniformeerden, die zich op de een of andere manier verdienstelijk hebben gemaakt voor de Knunnekes.

Maar het is geen garde in ruste, wat uit het bestand zou kunnen worden afgeleid! Veel van de leden zijn nog actief in allerlei commissies en andere bestuurlijke Knunnekes-verbanden en gelooft u het: daar zijn er veel van (van die bestuurlijke verbanden). De prinsen- en eregarde ontwikkelt overigens ook zelf volop activiteiten, zoals het ‘moos-etten’ (winterpot) op carnavalszondag bij De Lange Gang, het huisonderkomen van deze garde. Tijdens die bijeenkomst worden er ook tal van ludieke zaken voorbereid en de leden verkneukelen zich het hele jaar daar al op (waarin een mens groot kan zijn). Daaraan voorafgaand is er altijd de activiteit van het wagenbouwen.  Geen dahliawagen, maar een verantwoorde carnavaleske wagen, waarbij het bijna oneindig aantal bouwuren slechts zeer sporadisch en helaas noodgedwongen wordt afgewisseld met een korte pauze.

Een week voor het carnaval worden bij de nieuwe prins en adjudant – nadat eerst een snert-eten is verorberd- de ‘steken’ geplaatst en ook die activiteit trekt veel ijverige prinsen-en eregarde-leden. Daarbij worden de door het nieuwe prinsenpaar aan te bieden consumpties na afloop van het werk met graagte aanvaard! Een keer in de twee jaar is er een dagactiviteit samen met de dames. En dan zijn er door het jaar heen natuurlijk de noodzakelijke vergaderingen om alles organisatorisch perfect te regelen. Er is een duit (geld) en een fluit (voorzitter) die de dagelijkse zaken regelen, daarin gesteund door een bijstandscommissie, die zo mogelijk nog wijzer is.