Garde der Senatoren

Garde der Senatoren - De Groene Garde

De leden van de Groene Garde vormen het werkvolk van de Knunnekes of op zijn Grols gezegd de Özepeters van de Knunnekes. Niet dat andere leden op hun lauweren rusten, maar de leden met een groene steek steken hun talent op het gebied van podium of wagenbouwen niet onder stoelen of banken.

Meestal werken ze achter de schermen en zijn het onopvallende mensen binnen de club. Ze zijn meestal ingedeeld bij de Technische Commissie, de Jeugdcommissie of de Optochtcommissie. Het zijn ook meestal jeugdige leden. Het aanstormend talent binnen de Knunnekes. Regelmatig worden jeudige Grollenaren gevraagd om lid te worden van de carnavalsvereniging. Meestal op voorspraak van mensen die al actief zijn binnen de vereniging. De voorzitters van de diverse commissies zitten altijd om mensen te springen en kunnen wel wat nieuwe krachten gebruiken.

Er moet elk jaar heel wat gebeuren om buutavonden, Prinsenbal, de optocht of het Jeugdcarnaval soepel te laten verlopen. Voor een Prinsenbal moet een heel decor worden ontworpen en worden gebouwd. Al weken van te voren worden er gezaagd, getimmerd en geschilderd. En natuurlijk aan het eind van de avond een pilsje gedronken. Want daar zijn deze meestal ook wel goed in. (Dit is overigens geen voorwaarde om lid te worden). Voor de buutavonden wordt een vast podium gebruikt dat voor elke buutavond moet worden opgebouwd. Ook de grote zaal van het City Lido moet worden versierd met meer dan 40 schilden van voormalige prinsen en adjudanten samen met enkele honderden ballonnen. Niets is voor de leden van de Groene Garde te veel. Zijn de buutavonden achter de rug wordt er alweer gewerkt aan de onthulling voor de nieuwe jeudprins en adjudant en worden de wagen van de Knunnekes voor de optocht gereed gemaakt. Er is zelfs nog tijd om op een zaterdagmiddag, enkele weken voor de carnavalsdagen, een Groene Garde middag te organiseren waarop de onderlinge band tussen de leden verstevigd wordt en nieuwe leden worden ingewijd in de rituelen van deze Groene Garde. Kortom een club binnen de Knunnekes van mensen die hun handjes willen laten wapperen. Elke vereniging heeft dit soort mensen hard nodig.

Of zoals eeen vermaard Knunnekslid ooit zei:”ie hebt bi’j de Knunnekes ok ne hoop leden dee könt wal ne spieker in de mure praoten maor met ne hamer wodt ’t wal ne morkeri’je”.